Het is aan consument om tijdens reis aan opbergvereisten voor bagage te voldoen

Dossier door Mr. C. (Coen) Fledderus - 22 september 2024

X maakte begin 2024 een groepsreis door Nieuw-Zeeland. Tijdens de reis aldaar werd op enig moment de koffer van X gestolen uit een Toyotabusje van de reisorganisatie. De schade van X bedraagt ruim 900 euro. De reisverzekeraar van X weigert desverzocht om voor deze schade onder de reisverzekering van X dekking te verlenen, omdat X niet heeft voldaan aan de in de polisvoorwaarden omschreven opbergvereisten voor bagage. X legt deze weigering voor aan de geschillencommissie. Deze stelt voorop dat het uitgangspunt voor het antwoord op de dekkingsvraag gevonden moet worden in datgene wat partijen met elkaar in de polisvoorwaarden hebben afgesproken. Uit de polisvoorwaarden volgt dat diefstal uit een motorrijtuig alleen gedekt is als de bagage uit het zicht lag en in de kofferbak was afgedekt met een rolhoes of hoedenplank. Vaststaat dat X zich niet aan deze verplichting heeft gehouden. Uit artikel 6:248 lid 2 BW volgt weliswaar dat een beroep op een polisbepaling naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar kan zijn. Maar X heeft volgens de geschillencommissie niet voldoende aangetoond dat hem een beroep op deze uitzonderingsbepaling toekomt. De geschillencommissie overweegt in dat verband dat het een verzekeraar vrijstaat om in de polisvoorwaarden zelf de grenzen te bepalen van de risico’s waartegen hij wel en geen dekking wil verlenen. Nu de verzekeraar de eis heeft gesteld dat bagage die gestolen is uit een auto alleen vergoed wordt als ook aan de voorgeschreven opbergvereisten is voldaan, kan X niet volstaan met te stellen dat hij deelnemer was van een groepsreis en dus geen invloed had op de wijze waarop de bagage werd vervoerd. Een dergelijke omstandigheid maakt niet dat het onredelijk is dat de verzekeraar een beroep doet op deze bepaling. Dit geldt te meer nu de voorgeschreven opbergvereisten juist beogen het risico op diefstal te verkleinen. Het is volgens de geschillencommissie niet uit te sluiten dat de diefstal uit het Toyotabusje niet had plaatsgevonden als de bagage wél uit het zicht was opgeborgen. Kortom: de verzekeraar mag dekking afwijzen omdat X zelf heeft nagelaten de bagage te laten afdekken met een rolhoes of een hoedenplank. De vordering van X wordt daarmee (via bindend advies) afgewezen.


Deel dit artikel
Tags: