Zorgt gevaarlijk weggedrag van automobilist voor overmacht?
Dossier door - 6 december 2022
In oktober 2017 fietste de verzekerde van partij A met zijn zoon in een straat. Ze kwamen uit een brandgang tussen twee panden van de straat en gingen linksaf. Op dat moment kwam de auto van de verzekerde van partij B aanrijden vanaf links, gaande in de richting van een kruispunt om rechtsaf te slaan. Toen de fietsers de straat overstaken, zijn zij aangereden door de auto. Door de aanrijding zijn zowel vader als zoon zwaargewond geraakt.
Uit het proces-verbaal en de verkeersongevallenanalyse blijkt dat de bestuurder van de auto vlak voor het ongeval twee andere personenauto’s achter elkaar inhaalde en daarbij links bleef rijden op het weggedeelte voor tegemoetkomend verkeer. Vervolgens is de bestuurder een middengeleider in de straat aan de linkerzijde voorbij gereden en is links blijven rijden totdat de aanrijding plaatsvond. Uit de strafzaak in combinatie met de opgemaakte verkeersongevallenanalyse blijkt dat de bestuurder ten minste 70 kilometer per uur heeft gereden vlak voor het ongeval. De maximumsnelheid in de straat is 50 kilometer per uur.