Bagage gestolen uit een voor vakantie gereed staande auto

Dossier door Mr. C. (Coen) Fledderus - 6 december 2022

X is voornemens om met zijn gezin op wintersport te gaan. X pakt de bagage de avond van te voren in de (gehuurde) auto in. X wil namelijk de volgende ochtend vroeg om 04.30 uur richting vakantiebestemming vertrekken. X ontdekt die ochtend echter dat er is ingebroken in de auto en dat de bagage is gestolen. X doet daarop een beroep op zijn doorlopende reisverzekering die via ASR loopt. Die wijst de claim af. X wendt zich daarop tot de geschillencommissie maar vangt ook daar bot. Volgens de geschillencommissie had X onder de gegeven omstandigheden in redelijkheid betere maatregelen kunnen treffen zoals in de polisvoorwaarden staat vermeld. De geschillencommissie vindt dat X de auto de ochtend van vertrek in had kunnen pakken. X vond dat met vier slaperige kinderen en een lange reis voor de boeg ondoenlijk. Maar de geschillencommissie acht deze omstandigheden onvoldoende zwaarwegend. De geschillencommissie benadrukt dat ASR niet pas een beroep kan doen op een ‘normale voorzichtigheidsclausule’ als ook sprake is van een ernstige mate van schuld. Deze maatstaf volgt namelijk niet uit de tekst van de verzekeringsvoorwaarden en ook niet uit de recente uitspraken van de geschillencommissie op dit punt. Een algemene regel of en wanneer sprake is van ‘voldoende mate van verwijtbaarheid’ is volgens de geschillencommissie niet op voorhand te geven. Dit verschilt namelijk per geval. En dit zal dus telkens aan de hand van de concrete omstandigheden per zaak beoordeeld moeten worden. In deze zaak valt deze beoordeling dus uit in het nadeel van X. De vordering van X wordt bij bindend advies afgewezen.


Deel dit artikel