Verjaring verhindert hoofdelijke aansprakelijkheid bestuurder bij premievordering
Dossier door - 03/11/2025
Een melding van betalingsonmacht op grond van artikel 23 Wet Bpf 2000 moet tijdig plaatsvinden. Als een vennootschap niet in staat is om de pensioenpremies te betalen, moet daarvan direct – binnen veertien dagen na de dag van betaling – melding worden gedaan aan het bedrijfstakpensioenfonds. Daarbij moet inzicht worden gegeven in de omstandigheden die ertoe hebben geleid dat de bijdrage niet kan worden betaald. Als hieraan niet wordt voldaan, is de bestuurder op grond van artikel 23 Wet Bpf 2000 hoofdelijk aansprakelijk voor de door vennootschap/werkgeefster aan het pensioenfonds verschuldigde bijdragen. De kantonrechter oordeelt dat zowel de verjaringstermijn van artikel 3:308 als 3:310 BW is verstreken.
Feiten
De bestuurder in deze kwestie is eigenaar van de holding waar de betrokken vennootschap onder viel. De vennootschap is op 24 augustus 2022 ontbonden en op 29 augustus 2022 uitgeschreven uit het handelsregister. Deze vennootschap dreef een loon- en aannemersbedrijf. Het bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouw was van mening dat de vennootschap op grond van de Wet Bpf verplicht was om ten behoeve van haar werknemers premie af te dragen aan Bpf Bouw. De vennootschap was van mening dat dit niet het geval was. Hierover hebben partijen de nodige procedures tegen elkaar gevoerd.