Schadevaring met een havenkraan

Dossier door Dr. Jolien Kruit - 31 januari 2025

Het Nederlandse recht maakt onderscheid tussen de begrippen aanvaring en schadevaring. Waar het bij aanvaring gaat om aanraking van schepen met elkaar (art. 8:540 BW), ziet een schadevaring op die situatie waarin een schip schade veroorzaakt zonder dat een aanvaring plaatsvindt. Bij schadevaring gaat het bijvoorbeeld om een botsing van een schip met een sluis, een kade of brug. In geval van schadevaring zijn de wettelijke aanvaringsbepalingen van overeenkomstige toepassing. Er is echter juridisch gezien een belangrijk verschil; namelijk het schuldvermoeden.

In geval van een aanvaring en schadevaring bestaat er slechts een verplichting tot het betalen van schadevergoeding, wanneer de schade is veroorzaakt door schuld van één, namelijk het desbetreffende schip (art. 8:544 BW). Of daarvan sprake is, moet bepaald worden op basis van de door de Hoge Raad in zijn arrest Casuele/De Toekomst (HR 30 november 2011, NJ 2002/143) gegeven criteria. De praktische toepassing van deze criteria in de afgelopen decennia is uitvoerig onderzocht door Nol van Hal en Mark Broekhuisen en beschreven in het mooie overzichtsartikel Wat bracht ‘De Toekomst’? (TVR 2023-1, p. 8-16).


Deel dit artikel