Het aanvangsmoment van de kennisgevingsplicht voor verzekeraars

Artikel door Rutger Noordermeer - 30 januari 2025

“De verzekeraar die ontdekt dat de mededelingsplicht is geschonden, kan de gevolgen daarvan slechts inroepen indien hij de verzekeringnemer binnen twee maanden na de ontdekking op de niet-nakoming wijst onder vermelding van de mogelijke gevolgen.” Dit is de kennisgevingsplicht uit art. 7:929 lid 1 BW.

Over deze kennisgevingsplicht heeft de Hoge Raad op 7 juli 2023 een arrest gewezen. Dit arrest leek duidelijkheid te scheppen in de discussie over een mogelijke objectivering van het moment van ontdekking. Daadwerkelijk ontdekken – dus het maken van een vergelijking tussen de precontractuele informatie en later ontvangen informatie – is vereist voor het aanvangen van de tweemaanden­termijn voor de kennisgeving door de verzekeraar. Tegelijkertijd creëerde het arrest ook onduidelijkheid door de introductie van een onderzoeksplicht in geval van ‘aanwijzingen’. Ik schreef daarover al in de Beursbengel 929 van november 2023. Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft in zijn arrest van 23 juli 2024 het arrest van de Hoge Raad toegepast.


Deel dit artikel