Op de verzekeringsadviseur rust de plicht om de verzekeringsbelangen van zijn klanten te behartigen. Een van de kerntaken is om te voorkomen dat er een gat in de dekking ontstaat.

De Nederlandsche Bank (DNB) en Autoriteit Financiële Markten (AFM) houden al jaren toezicht op de financiële sector en financiële instellingen. Ieder jaar bepalen ze waarop ze in het betreffende jaar hun aandacht gaan richten.

Klimaatverandering zorgt voor steeds extremere weersomstandigheden, die steeds meer schade tot gevolg hebben. Het is belangrijk dat de consument zich ervan bewust is dat verzekeraars niet alle klimaatrisico’s dekken. Soms biedt de overheid soelaas, maar vaak moet de consument zelf voor de kosten opdraaien.

In twee vorige artikelen in deze Beursbengelserie is ingegaan op de transitie die zich voordoet in de verzekeringsbranche en de vraag hoe daar als verzekeringsondernemer op in te spelen. Succes in het verleden is immers geen garantie voor een succesvolle toekomst.

De AFM (Autoriteit Financiële Markten) houdt toezicht op de financiële markten en markpartijen. Iedereen moet erop kunnen vertrouwen dat deze markten goed, duidelijk en eerlijk werken.

De vraag naar nieuw personeel is erg groot, zo ook in de verzekeringsmarkt. Daarom is VNAB in 2021 begonnen met het ‘Risk has the future’-traineeship. Bij dit traineeship gaan trainees zes maanden bij een makelaar en zes maanden bij een verzekeraar werken.

Voor een adviseur is het van belang om met een nieuwe klant duidelijke afspraken te maken over de reikwijdte van de opdracht. De adviseur zal bij het aangaan van de overeenkomst van opdracht goed doordrongen moeten zijn van de aan hem opgedragen taken.

Een adviseur heeft de plicht om zich jegens zijn klanten als redelijk handelend en redelijk bekwaam beroepsbeoefenaar te gedragen. Maar deze zorgplicht kan zich onder bepaalde omstandigheden ook uitstrekken tot derden.

Veel adviseurs ambiëren het om van traditioneel verzekeringsadviseur door te groeien naar professioneel risicomanagementadviseur om daarmee hun toegevoegde waarde te vergroten. Diverse opleidingen en cursussen zijn hiervoor voorhanden, maar toch blijkt de praktijk vaak weerbarstig.

Na ons vorige artikel over dekking voor energiebesparende zaken, gaan we in dit artikel in op de verschillen in verzekeringsvoorwaarden van zaken die zich bevinden op buitenterreinen bij zakelijke en particuliere opstallen.

Op het polisblad staan de partijen vermeld die betrokken zijn bij het sluiten van de verzekeringsovereenkomst. Dit zijn in ieder geval – al dan niet in meervoud – de verzekeraar en de verzekeringnemer.

De taak van de adviseur is om te waarborgen dat de verzekeringsbelangen van de tot diens portefeuille behorende klanten behoorlijk behartigd worden.

Vijftien jaar geleden trad de Wet op het financieel toezicht (Wft) in werking. Als je adviseert, dan zijn 29 woorden uit artikel 4:24a lid 1 en 2 bepalend voor je werk.

Polisvoorwaarden zijn een essentieel onderdeel van de verzekeringsovereenkomst. Bij een schade kunnen deze de verzekering maken of breken. Om verrassingen te voorkomen is het belangrijk om de voorwaarden, oftewel de kleine lettertjes, goed te kennen en te vergelijken.

Van een redelijk bekwaam en redelijk handelend adviseur mag worden verwacht dat hij op de hoogte is en ook blijft van de relevante ontwikkelingen in de verzekeringsbranche. Want de adviseur heeft deze kennis nodig om invulling te kunnen geven aan zijn zorgplicht jegens zijn klanten.

We naderen alweer het einde van de driejaarstermijn van de Permanente Educatie. Hoewel drie jaar een redelijke termijn is om de benodigde examens af te leggen, is het vaak toch weer een opgave.

Eind 2006 werd het door de stichting PIV (Personenschade Instituut van Verzekeraars, in 2020 opgegaan in het Verbond van Verzekeraars) geïnitieerde project TOP afgerond. Doel van dit project was een totale vernieuwing van het opleidingshuis voor personenschadebehandelaars.