De adviseur heeft geen fout gemaakt bij het aanvragen van een AOV
Dossier door 29 november 2023
-Een verzekerde wordt door de verzekeraar geconfronteerd met het opzeggen van zijn arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) en het terugvorderen van de reeds ontvangen uitkering. De verzekeraar heeft namelijk geconstateerd dat de verzekerde bij het aangaan van de verzekering een onjuiste stand van zaken heeft weergegeven van zijn gezondheidstoestand. De verzekerde verwijt zijn verzekeringsadviseur op zijn beurt dat hij diens belangen bij het aanvragen van de verzekering niet naar behoren heeft behartigd. Volgens de verzekerde zou bij een juiste taakvervulling door de adviseur de verzekering wel in stand zijn gebleven. De adviseur bepleit het tegendeel. In deze zaak hakt de Rechtbank Noord-Holland deze knoop door. De casus was als volgt.
X sloot in mei 2016 via bemiddeling van zijn assurantieadviseur een AOV af bij De Goudse. Daaraan voorafgaand had X een gezondheidsverklaring ingevuld. De Goudse stuurde deze gezondheidsverklaring echter retour omdat X enkele vragen over roken en zijn actuele belastbaarheid niet had beantwoord. X heeft op verzoek de ontbrekende antwoorden alsnog verstrekt en een aangepaste gezondheidsverklaring aan De Goudse toegestuurd. In oktober 2018 meldde X zich arbeidsongeschikt. De Goudse heeft aan X toen een uitkering verstrekt op basis van 80-100 procent arbeidsongeschiktheid. In 2020 werd X door een arbeidsdeskundige voor minder dan 25 procent arbeidsongeschikt verklaard, waarop De Goudse de uitkering van X heeft beëindigd. Toen X hiertegen bezwaar maakte, constateerde De Goudse dat X eerdere rugklachten had verzwegen bij de aanvraag van de verzekering. De Goudse heeft daarop de verzekering met onmiddellijke ingang opgezegd en de door X ontvangen uitkering teruggevorderd. In de daarop volgende rechtszaak die De Goudse tegen X is gestart, heeft de rechtbank de vordering van De Goudse jegens X toegewezen. X is gelijktijdig met deze hoofdzaak een vrijwaringszaak gestart tegen zijn adviseur. In deze vrijwaringszaak verwijt X zijn adviseur onder meer dat hij bij het invullen van de gezondheidsverklaring tekort is geschoten. De rechtbank volgt X niet in zijn verwijten aan het adres van diens adviseur. De rechtbank stelt voorop dat de vraag of de zorgplicht is geschonden, moet worden getoetst aan de norm van een redelijk bekwaam en redelijk handelend assurantietussenpersoon. Het verwijt van X dat de adviseur hem onvoldoende zou hebben begeleid bij het invullen en opsturen van de eerste gezondheidsverklaring bij de aanvraag van de AOV, is volgens de rechtbank geen schending van de zorgplicht. Volgens de rechtbank heeft de adviseur in voldoende mate aannemelijk gemaakt dat het niet gebruikelijk is dat de adviseur de gezondheidsverklaring invult voor diens klant, de aspirant-verzekeringnemer. Het betreft immers een document waarop medische gegevens ingevuld moeten worden, die de adviseur niet behoren aan te gaan. De rechtbank stelt ook vast dat De Goudse om die reden de verklaring rechtstreeks aan X heeft verzonden zodat hij deze zelf kon invullen. Toen De Goudse vroeg om een aanvullende gezondheidsverklaring, omdat de eerste gezondheidsverklaring onvolledig bleek te zijn ingevuld, heeft de adviseur X tijdens een afspraak op kantoor toch geassisteerd bij het invullen daarvan. X verwijt de adviseur dat hij deze aanvullende gezondheidsverklaring en de medische stukken als bijlagen niet correct aan De Goudse heeft toegestuurd. Ook dit verwijt treft volgens de rechtbank geen doel. Uit de door beide partijen afgelegde verklaringen, kan de rechtbank niet vaststellen of een dergelijke afspraak tussen partijen bestond. Bovendien staat wel vast dat X na het overleg nog aanvullende medische gegevens nodig had die hij zelf zou opvragen bij de huisarts. De adviseur kon de op dat moment ingevulde stukken dus niet opsturen omdat deze door X nog gecompleteerd moesten worden. X maakt de adviseur ook het verwijt dat hij ten onrechte niet heeft gecontroleerd of het acceptatieproces bij De Goudse wel op de juiste wijze was verlopen. Als de adviseur dat immers had gedaan, dan had geconstateerd kunnen worden of De Goudse de AOV wel op basis van de juiste medische gegevens was aangegaan. Aan X zou dan door De Goudse niet tegengeworpen kunnen worden dat hij zijn mededelingsplicht had geschonden, aldus X. De rechtbank gaat hier echter niet in mee. Want volgens de rechtbank heeft de adviseur de polis en de voorwaarden na ontvangst gecontroleerd. Meer dan een controle van het verzekerde bedrag, de eigen risicotermijn, de eindleeftijd, indexatie, toepasselijke voorwaarden, verzekerde hoedanigheid en ingangsdatum had van de adviseur niet verwacht hoeven worden. Het doen van navraag bij De Goudse of de polis wel goed tot stand was gekomen lag daarmee niet op de weg van de adviseur. Van de adviseur had evenmin verwacht hoeven worden dat hij een acceptatiebeoordeling had moeten maken om te controleren of De Goudse tot eenzelfde beoordeling zou zijn gekomen. Het ligt volgens de rechtbank niet op de weg van een adviseur om in elke zaak zelf een medisch adviseur in te schakelen om de medische situatie van zijn klant als aspirant-verzekeringnemer te kunnen toetsen. De slotsom is dat geen van de verwijten van X doel treffen. X vangt dus (ook) in zijn vordering tegen de adviseur bot en zijn vordering in de vrijwaringszaak wordt afgewezen.