Wegvervoer: overmacht? Schuld van afzender?
Dossier door 5 oktober 2023
-Samsung geeft opdracht aan SDS tot het vervoer van een zending elektronica van Tilburg naar Taastrup (Denemarken). SDS besteedt op haar beurt het vervoer uit aan K+N, waarna K+N aan Vos opdracht geeft tot het vervoer. K+N omschrijft de lading als goods en geeft de instructie aan Vos om de lading op vrijdag 18 oktober 2019 in Tilburg te laden en op maandag 21 oktober in Taastrup af te leveren. Na belading in Tilburg worden de deuren verzegeld en wordt er een CMR-vrachtbrief opgesteld en afgegeven, met daarop een stempel van Samsung en vermelding van 19 te vervoeren pallets met Electronic Goods. De lading had een gewicht van een kleine 5.000 kilo en een waarde van ruim 134.000 euro. De chauffeur van Vos heeft de trailer met de lading opgepikt in Tilburg, is naar het terrein van Vos in Deventer gereden en heeft aldaar op het terrein van Vos geparkeerd. Dit terrein is omheind met een twee meter hoog hekwerk. Aan de voorzijde bevindt zich een elektrisch bedienbare poort. Daarnaast is er een noodpoort aanwezig. Die noodpoort is afgesloten met een ketting en een hangslot. Er zijn ook verschillende beveiligingscamera’s op het terrein aanwezig. Gedurende de nacht van vrijdag op zaterdag hebben dieven de noodpoort opengebroken en zijn met twee trekkers het terrein opgereden. De dieven hebben de trekkers al eerder bij een ander bedrijf gestolen door aldaar in te breken in het kantoor, de sleutels te pakken en vervolgens de trekkers te ontvreemden. Met een van de trekkers is de trailer dus gestolen. Later is de trailer leeg teruggevonden.
De vervoerder Vos begint een zogenoemde ‘verklaring voor recht’-procedure tegen onder meer zijn opdrachtgever, waarin hij de rechtbank vraagt om te verklaren voor recht dat hij niet aansprakelijk is. Vos stelt daartoe onder meer dat de schade is ontstaan door de instructie van de opdrachtgever K+N om de trailer gedurende het weekend te laten overstaan, zodat Vos niet aansprakelijk is. Immers, zo stelt Vos, schuld van de rechthebbende vormt een overmachtsgrond volgens het toepasselijke CMR-verdrag.