Directe aanspraak op de vervoerdersaansprakelijkheidsverzekeraar in een CMR-zaak

Dossier door Mr. V.R. (Vincent) Pool - 11 juli 2023

Wallenborn geeft opdracht aan Trivanovic tot het vervoer van een viertal zendingen van een luchthaven in Luxemburg naar de luchthavens van respectievelijk Luik, Eindhoven en Amsterdam. Tijdens het vervoer ontstaat brand aan de oplegger en gaat de lading vanwege de brand verloren. Wallenborn dagvaardt daarop vervoerder Trivanovic en haar vervoerdersaansprakelijkheidsverzekeraar Uniqa voor de rechtbank te Noord-Holland. Trivanovic en Uniqa betwisten dat de Nederlandse rechter internationaal bevoegd is om van de vordering kennis te nemen. Uniqa voert daartoe aan dat hij als vervoerdersaansprakelijkheidsverzekeraar van Trivanovic geen partij is bij de vervoerovereenkomst tussen de vervoerder en Wallenborn en dat de vordering op hem daarom niet op de bevoegdheidsregels van de CMR gestoeld kan worden. Daarnaast geeft Uniqa aan dat in de door hem met Trivanovic gesloten verzekeringsovereenkomst een forumkeuze is gemaakt voor de rechter te Bulgarije. Het Europese recht (Verordening (EU) nr. 1215/2012 (Vo Brussel I bis)) biedt evenmin mogelijkheid om Uniqa in Nederland in rechte te betrekken, omdat een verzekeraar in beginsel moet worden opgeroepen voor het gerecht waar hij woonplaats heeft, althans voor het gerecht van de woonplaats van de eiser. De eiser Wallenborn is gevestigd in Denemarken, terwijl de verzekeraar evenmin gevestigd is in Nederland, zodat het Europese recht ook geen mogelijkheid biedt om Uniqa hier in rechte te betrekken. Wallenborn stelt daartegenover dat het CMR-verdrag de mogelijkheid geeft om Uniqa hier te dagvaarden.

Beslissing rechtbank


Deel dit artikel