Redelijke kosten tot vaststellen van schade
Dossier door - 6 december 2022
Begin dit jaar verschenen er twee bijdragen van mij over artikel 7:959 lid 1 BW. De eerste bijdrage ging over kwaliteitseisen die het Achmeaconcern stelde aan contra-expertise. De HR vond op 28 januari 2022, ECLI:NL:HR:2022:81, die eisen niet acceptabel.
Een week voordat de HR aldus besliste bracht A-G prof. mr. S.D. Lindenbergh zijn conclusie uit betreffende de vraag of buitengerechtelijke advocaatkosten vallen onder deze bepaling. Dit betrof een schadeverzekering inzittenden van Nh1816. Een bijkomende vraag was of de in de polisvoorwaarden opgenomen na-u-clausule betekenis toekwam. Deze clausule luidde: ‘Als de verzekerde geheel of gedeeltelijk recht heeft op vergoeding krachtens een andere verzekering of op uitkeringen of verstrekkingen uit anderen hoofde, kan voor dat deel geen beroep worden gedaan op deze verzekering.’ Lindenbergh vond deze bepaling toelaatbaar.