Buitengerechtelijke advocaatkosten
Dossier door 06/12/2022
-In het vorige nummer besteedde ik aandacht aan HR 28 januari 2022, ECLI:NL:HR:2022:81. Het ging in die zaak om uitleg van artikel 7:959 lid 1 BW in relatie tot polisbedingen van het Achmeaconcern betreffende contra-expertise. Hoewel werd onderkend dat kwaliteitseisen die aan contra-experts worden gesteld door de verzekeraar in het belang van de verzekerde kunnen zijn, vonden de voorwaarden van het Achmeaconcern bij de HR geen genade. Voldoende voor toewijzing van contra-expertisekosten is in artikel 7:959 lid 1 BW dat die kosten aan de dubbele redelijkheidtoets (bekend van artikel 6:96 lid 2 sub b BW) voldoen.
Een week voordat de HR aldus besliste, bracht A-G Lindenbergh deze conclusie uit. Wederom was artikel 7:959 lid 1 W onderwerp van het geschil. Maar deze keer ging het om de buitengerechtelijke advocaatkosten.