De zorgplicht van een adviseur na opzegging van de verzekeringsovereenkomst

Dossier door Mr. C. (Coen) Fledderus - 2 november 2021

Als een verzekeringnemer wordt geconfronteerd met een opzegging door de verzekeraar van de verzekeringsovereenkomst, mag van de adviseur verwacht worden dat deze in actie komt om tijdig de te verzekeren risico’s elders onder te brengen. In deze zaak buigt het hof zich, in navolging van de rechtbank, over de vraag of de adviseur zich in voldoende mate heeft ingespannen om voor zijn klant nieuwe verzekeringsdekking te kunnen bewerkstelligen. De casus was als volgt.

X is een onderneming die zich onder meer richt op het reinigen van mestsilo’s en het verrichten van onderhoud en reparaties aan mestopslagen. X heeft een AVB-polis bij ASR. Die AVB-polis biedt zowel dekking voor algemene bedrijfsaansprakelijkheid als specifiek voor werkgeversaansprakelijkheid. In juli 2012 laat ASR aan X weten dat de verzekeringsovereenkomst op de contractvervaldatum per 16 april 2013 zal worden beëindigd vanwege het schadeverloop. Op 19 juni 2013 vindt een ernstig bedrijfsongeval plaats. Tijdens het reinigen van een mestsilo zijn twee personen die ten behoeve van het bedrijf van X werkzaam waren om het leven gekomen. Een van hen was door X als uitzendkracht ingeleend van een uitzendbureau. Achmea, de aansprakelijkheidsverzekeraar van het uitzendbureau, heeft de schaderegeling ter hand genomen en de erven van een van de benadeelden schadeloos gesteld. Achmea, als gesubrogeerde verzekeraar, pleegt regres op X. In die procedure heeft X haar adviseur, te weten Bénnel Groep (voorheen: Boelaars & Lambert) in vrijwaring opgeroepen. X maakt in de vrijwaringsprocedure aan Bénnel het verwijt dat zij voor dit bedrijfsongeval geen verzekeringsdekking heeft. De AVB-polis bij ASR was immers per 16 april 2013 beëindigd en er was ten tijde van het bedrijfsongeval nog geen nieuwe AVB-polis gesloten die ook dekking bood voor werkgeversaansprakelijkheid. X vordert dat Bénnel zal instaan voor de aan Achmea te betalen schadevergoeding. X legt daaraan ten grondslag dat Bénnel onvoldoende heeft gedaan om (tijdig) een nieuwe AVB-polis te sluiten en dat Bénnel heeft nagelaten om X te informeren dat er na 16 april 2013 geen dekking was voor schade als gevolg van werkgeversaansprakelijkheid.