UITWERKING PENSIOENAKKOORD DEEL2 What about lijfrenten?
Artikel door 6 december 2022
-
In het eerste deel van het tweeluik ‘What about lijfrenten’ (de Beursbengel nr. 916, juli-augustus 2022), over lijfrenten in het Pensioensakkoord, zijn de wijzigingen op het gebied van lijfrenten besproken die de Wet verandering koppeling AOW-leeftijd en de Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen met zich mee gaan brengen. Na het opstellen van dat eerste deel is bij de Tweede Kamer het wetsvoorstel Wet herziening bedrag ineens ingediend. Dit wetsvoorstel poogt enige complexiteitsproblemen voor pensioen- en lijfrenteuitvoerders opgeroepen door de Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen weg te nemen. Alle belangrijke maatregelen en voorstellen op het lijfrenteterrein die genoemd herzieningswetsvoorstel, het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen en het wetsvoorstel inzake afkoop van kleine nettolijfrenten in box 3 met zich meebrengen, staan in dit tweede deel van het tweeluik centraal.
Op 12 januari 2021 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen aangenomen. Het onderdeel ‘bedrag ineens’ van die wet treedt pas per 1 januari 2023 in werking. De Eerste Kamer heeft de regering verzocht om te zoeken naar een beter uitvoerbaar en communiceerbaar alternatief voor het uitgestelde uitbetalingsmoment. Met de vertegenwoordigers van pensioenuitvoerders is overeenstemming bereikt over een vormgeving van de uitgestelde uitbetaling van een bedrag ineens. Enerzijds biedt dit een oplossing voor de zogenoemde ‘geboortedatumproblematiek’ en anderzijds komt dit tegemoet aan de uitvoeringspraktijk. Een en ander heeft geleid tot een voorstel voor aanpassingen van het uitgestelde uitbetalingsmoment. Dit is uitgemond in het op 30 juni 2022 bij de Tweede Kamer ingediende wetsvoorstel Wet herziening bedrag ineens. Het wetvoorstel vormt een aanvulling op en een aanpassing van de Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen voor het onderdeel ‘bedrag ineens’.