Korte verjaringstermijn bij aanvaring met tragische gevolgen
Dossier door 6 december 2022
-In 2014 vindt een aanvaring plaats tussen een sloep met vier personen aan boord en een speedboot. De aanvaring heeft een tragische afloop. Twee personen aan boord van de sloep komen om het leven. Een derde persoon lijdt schade. De bestuurder van de speedboot (de schipper) wordt voor zijn aandeel in het ongeluk strafrechtelijk veroordeeld. De rechter stelt vast dat de speedbootbestuurder schuldig is aan dood door schuld meermalen gepleegd. Ook stelt deze vast dat het aan zijn schuld te wijten is dat een vaartuig onbruikbaar wordt gemaakt, terwijl daardoor levensgevaar voor een ander ontstaat. En ten slotte wordt vastgesteld dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk niet-nakomen van de verplichtingen tot hulpverlening die een schipper heeft. Hij is door de strafrechter veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar en ontzegging van de vaarbevoegdheid van vijf jaar.
Eén van de personen aan boord van de sloep heeft zich als benadeelde in de strafprocedure gevoegd en in die procedure materiële en immateriële schadevergoeding van de speedbootbestuurder gevorderd. Het voordeel van een dergelijke vordering is dat de overheid de incasso op de veroordeelde op zich neemt en ook het incassorisico draagt. De vordering is in die strafprocedure maar gedeeltelijk toegewezen, zodat voor het restant een civiele procedure wordt begonnen.