Wijziging begunstiging verzekeringspolis en zorgplicht assurantietussenpersoon
Dossier door 28 september 2021
-Een vader stelt een vordering uit onrechtmatige daad in tegen een assurantietussenpersoon omdat deze nalatig zou zijn geweest bij het ondernemen van stappen om te komen tot wijziging van de begunstiging van een levensverzekering na wijziging van de persoonlijke omstandigheden van zijn overleden zoon.
De feiten zijn als volgt. De zoon van appellant (de zoon) en diens partner (de partner) hebben in september en oktober 2009, door tussenkomst van H&G Financieel Adviesbureau B.V. (de tussenpersoon), ieder een overlijdensrisicoverzekering afgesloten bij BNP Paribas Cardif (de verzekeraar), die recht geeft op een uitkering van 300.000 euro bij overlijden van de zoon en 200.000 euro bij overlijden van de partner. Oorspronkelijk zijn als begunstigden op de polissen achtereenvolgens vermeld: verzekeringnemer(s), de echtgen(o)ot(e) of geregistreerd partner van verzekeringnemer(s), kinderen van de verzekeringnemer(s) en erfgenamen van verzekeringnemer(s) (de standaardbegunstiging). In oktober 2010 verzoekt de zoon een medewerker van de tussenpersoon de begunstiging van de polissen aan te (laten) passen, in die zin dat de partner als eerste begunstigde op de polis van de zoon en de zoon als eerste begunstigde op de polis van de partner wordt vermeld. Daarna wijzigt de verzekeraar de begunstiging zoals verzocht. Omstreeks juli 2014 eindigt de relatie tussen de zoon en de partner. De zoon overlijdt op 14 juli 2016. De verzekeraar keert de verzekerde som vervolgens uit aan de partner.