Innovatie en preventie in de energietransitie, een verstandshuwelijk?
Artikel door 29 april 2021
-
‘Een beter milieu begint bij jezelf.’ Het is de slogan die door het toenmalige ‘Postbus 51’ al in 1991 op radio en televisie werd uitgezonden. Het ging in die tijd vooral om onnodig verbruik van energie. ‘Doe het licht uit als je de kamer verlaat’, was zo’n beetje de strekking. De gedachte dat het gebruik van fossiele brandstoffen eindig zou moeten zijn én dat de effecten op onze planeet veel groter zijn dan aanvankelijk gedacht, was toen wellicht nog geen gemeengoed. Dat is inmiddels wel veranderd, enkele groeperingen daargelaten.
We zitten inmiddels in wat velen ‘een energietransitie’ noemen. Een verzamelnaam voor allerhande alternatieve vormen van energieopwekking. Veel van deze vormen zijn kleinschalig en decentraal. Dat heeft als belangrijk voordeel dat het kan worden opgezet zonder enorme investeringen. En de energie is beschikbaar op de plaats waar het nodig is. Dus geen noodzaak van transport van energie. Hoewel de algemene indruk is dat de energietransitie in volle gang is, staat die eigenlijk nog in de kinderschoenen. Onlangs bleek nog dat de gemiddelde consument de indruk heeft dat veel meer energie ‘milieuvriendelijk’ wordt opgewekt, dan in werkelijkheid het geval is1. Er zal dus nog veel moeten gebeuren om de doelstellingen uit het klimaatakkoord te realiseren. Dat vraagt om de nodige innovatie.