Niet elke schending van de mededelingsplicht leidt tot afwijzing van dekking
Dossier door 5 oktober 2023
-X is kostuummaker van beroep. Om zich te beschermen tegen de gevolgen van arbeidsongeschiktheid heeft X in 2018 een woonlastenverzekering gesloten bij Credit Life met dekking tegen arbeidsongeschiktheid. Op de gezondheidsverklaring die behoort tot het aanvraagformulier van deze verzekering beantwoordt X de vragen naar tinnitus (oorsuizen) en psychische klachten ontkennend. In januari 2021 valt X vanwege rug- en nekklachten uit en doet zij een beroep op de woonlastenverzekering. Credit Life weigert echter dekking te verlenen en zij zegt de verzekeringsovereenkomst op. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat X in het verleden last heeft gehad van oorsuizen. En X is in de periode 2013-2015 bij de huisarts geweest met psychische klachten. X is toen door de huisarts doorverwezen naar een psycholoog. De geschillencommissie oordeelt dat deze omstandigheden de conclusie kunnen dragen dat X haar precontractuele mededelingsplicht (artikel 7:928 BW) heeft geschonden. Volgens de geschillencommissie had het voor X duidelijk moeten zijn dat een juiste en volledige beantwoording van de vragen op de gezondheidsverklaring voor Credit Life van belang was. Het was niet aan X om voor Credit Life te beoordelen of bepaalde medische klachten voor deze verzekering al dan niet relevant zijn. Credit Life stelt dat zij als redelijk handelend verzekeraar de verzekering niet zou hebben gesloten als zij bij de aanvraag op de hoogte was gesteld van deze gezondheidsklachten. Want volgens Credit Life zou er voor beide klachten een clausule op het polisblad opgenomen zijn waarin het recht op uitkering wordt uitgesloten als de arbeidsongeschiktheid verband houdt met deze klachten. Nu er al een uitsluitingsclausule op het polisblad staat, zouden er in totaal drie van dergelijke clausules van toepassing zijn. Volgens Credit Life strandt een aanvraag voor een verzekering als er meer dan twee clausules komen te gelden. Dit acceptatiebeleid is volgens Credit Life in lijn met die van een redelijk handelend verzekeraar. De geschillencommissie stelt naar aanleiding van de mondelinge behandeling die in de zaak heeft plaatsgevonden vast dat de clausule die al op het polisblad vermeld staat, daar per abuis is opgenomen. Want deze clausule – die arbeidsongeschiktheid als gevolg van verlies aan creativiteit uitsluit – is van toepassing op kostuumontwerpers. Maar X is kostuummaker, hetgeen een technisch beroep is. Desgevraagd heeft Credit Life aan de geschillencommissie bevestigd dat voor technisch beroepen geen clausule voor verlies van creativiteit geldt. Kortom, Credit Life mag de verzekeringsovereenkomst niet opzeggen en zal de claim van X verder in behandeling moeten nemen. De slotsom is dus dat Credit Life ten onrechte dekking heeft geweigerd voor de schade. De vordering van X tot dekking wordt via niet-bindend advies toegewezen.