Het verzekeringscertificaat en de persoonlijke verweren

Artikel door Mr. P.J.P. (Flip) van Huizen - 1 december 2021

Naast polissen komen certificaten als bewijsstuk van een verzekering voor. Het certificaat van verzekering is na de Eerste Wereldoorlog in Nederland in gebruik gekomen na uit Engeland en Amerika te zijn overgewaaid. Het certificaat stamt uit de (maritieme) goederenverzekering. Zo worden goederentransporten vaak verzekerd op een zogenaamde contractpolis (‘open policy’), waarbij de verzekeraar voor een bepaalde periode de daarin door de verzekeringnemer te verzorgen transporten verzekert en met het oog op deze transporten aan verzekeringnemer (blanco) ondertekende certificaten ter beschikking stelt. De verzekeringnemer kan deze per transport dan zelf invullen en afgeven aan degene aan wie hij de verzekerde zaken doorverkoopt. Sommige certificaten zijn aan toonder, andere zijn op naam gesteld. Het van oorsprong uit de goederenverzekering stammende certificaat, wordt inmiddels ook daarbuiten gebruikt. In dit artikel ga ik met name in op de vraag of persoonlijke verweren in de verhouding verzekeringnemer en verzekeraar kunnen worden tegengeworpen aan de certificaathouder.

Algemeen is aanvaard dat een vorderingsrecht dat voortvloeit uit een verzekeringsovereenkomst aan toonder kan worden gesteld. Daardoor wordt de polis een waardepapier. Een waardepapier is een schriftelijke betalingsbelofte aan een door middel van het papier zélf vervangbare schuldeiser.