Polishouders belanghebbenden bij instemmingsbesluit DNB
Dossier door 7 juli 2021
-Deze vier vergelijkbare uitspraken van Rechtbank Rotterdam (oordelend als bestuursrechter in beroep tegen beslissingen op bezwaar van De Nederlandsche Bank N.V. (DNB)) gaan over de vraag of polishouders van een levensverzekeraar die voornemens is de rechten en verplichtingen uit alle overeenkomsten van levensverzekering uit zijn portefeuille te laten overgaan naar een andere levensverzekeraar, belanghebbenden zijn bij het besluit van de toezichthouder waarbij deze instemt met deze overgang.
De feiten zijn als volgt. Optas Pensioenen N.V. (Optas), een levensverzekeraar en dochteronderneming van Aegon Levensverzekering N.V. (Aegon) heeft DNB op 4 september 2018 verzocht in te stemmen met de voorgenomen overgang van de rechten en verplichtingen uit alle levensverzekeringen bij een juridische fusie, waarbij Optas de verdwijnende rechtspersoon is en Aegon de verkrijgende rechtspersoon. Een juridische fusie leidt tot overgang van verzekeringen. Daarvoor is ingevolge artikel 3:115 lid 1 juncto artikel 3:112 lid 1 Wet op het financieel toezicht (Wft) de instemming van DNB vereist. De procedure is dan als volgt: wanneer de bij de aanvraag overgelegde gegevens voldoende zijn voor de beoordeling daarvan, geeft DNB de verzekeraar opdracht om mededeling van diens voornemen te doen in de Staatscourant en op andere door DNB te bepalen wijze, met vermelding van de termijn waarbinnen polishouders zich schriftelijk bij DNB tegen de overgang kunnen verzetten. Wanneer niet een vierde of meer van de polishouders zich tegen de overgang heeft verzet, en DNB zelf ook geen bedenkingen heeft, verleent zij instemming met de overdracht. Daarvan wordt vervolgens mededeling gedaan in de Staatscourant.